Wat is een stroopwafel en waar komt hij oorspronkelijk vandaan?

De Stroopwafel

Een stroopwafel (eigenlijk: siroopwafel) is een in Nederland veelgegeten wafel, die bestaat uit twee ronde deegwafelhelften, met ruitpatroon, waartussen zoete stroop is aangebracht.

Na het bakken wordt een deegwafel in de langsrichting doormidden gesneden.

Eén helft wordt met de stroop ingesmeerd, waarna de ander helft erop wordt gelegd.

(Overigens het oudst bekende recept – de Kamphuysen Siroopwafel – beschrijft een siroopwafel die bestaat uit twee krokante wafels die door middel van siroop op elkaar gekleefd worden.)

Oorspronkelijk hadden stroopwafels een doorsnede van ongeveer 10 centimeter, maar inmiddels zijn ze verkrijgbaar met diameters van 5 tot 25 cm.

Geschiedenis

De stroopwafel werd voor het eerst gemaakt in het begin van de negentiende eeuw in Gouda, vandaar dat dit type koek als Goudse wafel bekend is.

Stroopwafels werden in die tijd gemaakt van oude koeksnippers, deegresten en stroop en waren daardoor erg goedkoop.

Ze werden in de 19e eeuw dan ook wel armenkoeken genoemd.

Vanaf 1870 werden de Goudse stroopwafels niet alleen in Gouda, maar ook elders vervaardigd.

Ook de kruimels van de afgesneden randen en mislukte koeken (ook wel snippers genoemd) zijn in zakjes te koop.

De Goudse wafels worden ook op straat verkocht.

Stroopwafels worden ook buiten Nederland gegeten. Ze zijn vaak in supermarkten te koop of in speciale winkels. Soms zijn de stroopwafels in het buitenland kleiner en duurder dan in Nederland.